stadskind

Stadskinderen zijn beter af

Posted on Posted in Nieuws

Steeds meer kinderen groeien op in de stad, tussen asfalt en beton. En dat is fijn voor ze! Want omdat steden dichter bebouwd zijn, wordt er vaak zorgvuldig nagedacht over de inrichting van de openbare ruimte. Daarom vind je er veel mooie en bijzondere speelplekken. Het idee bestaat dat kinderen die in een dorp wonen fijner buiten kunnen spelen, en kinderen in de stad geen contact met de natuur of met dieren hebben. Maar dat gaat niet altijd op. Kinderen uit het dorp komen lang niet allemaal op een boerderij, terwijl kinderen in de stad bij de kinderboerderij juist met dieren in aanraking komen. En hoe vaak is er een skatebaan in een dorp, waar tieners uitdaging kunnen zoeken?

– Deze column van voorzitter Anne Koning is geplaatst in nummer 3 van het magazine BuitenSpelen –

Voor kinderen is de stad leuk door de verscheidenheid aan speelplekken. Veel gemeenten kiezen in het beleid bewust voor diversiteit in speel- en beweegaanbod voor alle leeftijden. Zo zijn er speelplekken voor de allerkleinsten, natuurlijk spelen, en is er steeds meer aandacht voor interactief spelen en – voor jongeren – sport- en calisthenicsplekken. Dat is ook nodig omdat veel stadsbewoners alleen een balkon of een kleine tuin hebben en dus de openbare ruimte gebruiken voor spelen en bewegen. Ruimte maken voor het spelende kind, de sportende tiener en actieve volwassenen, moet daarom steeds op de agenda blijven van het stadsbestuur.

Steden kunnen wél wat leren van speelplekken in het dorp. Zo blijkt uit onderzoek dat de Branchevereniging Spelen en Bewegen door InHolland heeft laten uitvoeren dat bewoners vaker actief betrokken zijn bij het beheer en onderhoud van speelplekken. Gelukkig maken steeds meer gemeenten juist van burgerparticipatie een speerpunt, en dat is belangrijk om de openbare ruimte aantrekkelijk te maken. Daarbij is spelen een goede indicatie of de openbare ruimte goed ingericht is. Als mensen lekker buiten verblijven, gaan er vanzelf kinderen spelen en krijgt een plek een sociale functie.

Natuurlijk hebben steden te maken met een gebrek aan ruimte. In vergelijking met vroeger is de verkeersdruk bijvoorbeeld sterk toegenomen. Daarom moet gemeentelijk beleid blijven inzetten op meer fysieke ruimte voor spelen en bewegen. Ook zou er meer ‘ruimte in het denken’ moeten komen, en dan vooral bij ouders. In dorpse gemeenschappen laten ouders hun kinderen soms meer vrijheid om risico’s te nemen, ook wel logisch gezien het verschil in verkeersdrukte. Maar in het belang van de ontwikkeling van kinderen is het goed als ouders alle kinderen de vrijheid gunnen om zelf buiten te spelen, om zelf op pad te gaan. Omdat er passend aanbod is voor elke levensfase valt er op elke leeftijd lekker te spelen, te sporten en te chillen. Als ze de kans krijgen zijn kinderen in steden dus vaak beter af!