Foto Michiel van Campen

Politiek – van links tot rechts – erkent het belang van buiten spelen!

Posted on Posted in Nieuws

Het kreeg in de media niet veel aandacht, het was niet groot in het nieuws. Maar er is vlak voor de zomer is er wel iets belangrijks gebeurd in de politiek, wat goed nieuws is voor kinderen. Begin juli nam een grote meerderheid van de Tweede Kamer een motie aan over buiten spelen en buitenspeelruimte. De motie houdt in, dat onderzocht gaat worden of een wettelijke verankering van buitenspelen en buitenspeelruimte als verantwoordelijkheid van de (lagere) overheid meerwaarde kan hebben.

– Deze column van voorzitter Michiel van Campen is geplaatst in nummer 3 (2021)  van het magazine BuitenSpelen –

Bovendien erkent de Tweede Kamer met het aannemen van deze motie dat buitenspelen van groot belang is voor de ontwikkeling van kinderen, en leidt tot een betere gezondheid, minder obesitas en meer sociale cohesie! Voor zover mij bekend is het de eerste keer dat de Nederlandse politiek dit belang zo expliciet erkent. Als voorzitter van de branchevereniging Spelen & Bewegen juich ik dit onderzoek dan ook zeer toe.

De motie is geplaatst in het kader van het Sportbeleid. Prima en logisch, want zowel buiten spelen als sporten brengt kinderen in beweging. Maar ook opmerkelijk, want bij het beleidsmatig bevorderen van bewegen is lange tijd wel aan sport gedacht, maar aan spelen veel minder. Zo is er al sinds een aantal jaar een Sportakkoord, vanwege het belang van sport voor beweging. En dus voor preventie van overgewicht. Maar aan het onderwerp Spelen werd tot voor kort relatief weinig aandacht besteed. Dus is het goed, dat via deze motie ook belang van spelen voor beweging wordt erkend.

Tegelijk is het goed je te realiseren dat spelen méér is dan bewegen en in sociaal opzicht heel anders dan sporten. In spelen kunnen kinderen hun fantasie kwijt, ze kunnen rollen spelen en ze verwerken hun dagelijkse ervaringen in hun spel. Zonder vaste spelregels, zonder scheidsrechters of jury’s.  Als kinderen vrij spelen, bepalen zij zelf wat ze doen; niet de volwassenen. Dat is belangrijk voor hun sociale ontwikkeling, voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen en voor het leren omgaan met risico’s.

Het is daarom belangrijk en cruciaal, dat wordt erkend dat investeringen in speeltuinen en buitenspeelruimte onderdeel zijn van een gezonder en socialer Nederland en dus passen in het streven naar een goed preventiebeleid. Je vraagt je natuurlijk af waarom een dergelijke motie niet unaniem gesteund wordt, want wie kan hier nou op tegen zijn…..Maar ja, die politieke afwegingen laat ik voor nu aan me voorbij gaan.

Inmiddels zijn er – naast het landelijke preventieakkoord –  al meer dan 250 lokale preventieakkoorden. Dus eigenlijk is het niet meer dan vanzelfsprekend dat buiten spelen een stevige en permanente plek krijgt in dit beleid. Met structurele inzet van geld en menskracht, en structureel plaats in de openbare ruimte. Deze motie lijkt daar een opening voor te bieden.

En gelukkig kan deze motie van links tot rechts op politieke steun rekenen. Dus wat de uitkomst van de formatie ook wordt, de kinderen mogen erop rekenen op dat hier snel uitvoering aan wordt gegeven, toch? Want wie er ook met elkaar gaan regeren, kinderen willen met elkaar buiten spelen!!