Actieve bewoners van een gemeente die meedenken en meehelpen bij het inrichten en beheren van leuke speelplekken leveren een positieve bijdrage. Zij zorgen ervoor dat kinderen meer buiten spelen. Het betrekken van ouders en kinderen is een goede ontwikkeling en ik juich die burgerparticipatie toe. Maar ik ben geen voorstander van de onlangs door het ministerie van VWS voorgestelde pilots met particulier speelgoed in de openbare ruimte. Het ministerie wil ruimte geven aan gemeenten, buiten de regels van het WAS om. Een eerste voorstel werd door het ministerie al ingetrokken na inhoudelijke reacties van vele organisaties, waaronder de Branchevereniging Spelen en Bewegen.
– Deze column van voorzitter Anne Koning is geplaatst in nummer 2 van het magazine BuitenSpelen –
Nu ligt er een nieuwe opzet voor een pilot. Wij hebben het ministerie aangeraden de pilot niet op deze manier uit te voeren. De daarin geschetste werkwijze is niet anders dan de nu al staande praktijk waarbij ouders eigen activity toys buiten kunnen neerzetten, erbij blijven terwijl het kind er mee speelt en daarna het speelgoed weer mee naar binnen nemen. Een ‘officiële’ pilot is hier dus niet voor nodig. Misschien wel handig om de welwillende bewoners kennis mee te geven over zaken die voor professionals gesneden koek zijn, zoals de valruimte. Bij het aanleveren van deze column was door het ministerie nog geen definitieve versie van de pilot vastgesteld. Wat ik wel weet is dat onze, en andere reacties de minister aan het denken hebben gezet.
Een lastige vraag gaat over de aansprakelijkheid bij een ongeluk. Blijft de gemeente aansprakelijk als eigenaar van de openbare ruimte, of is de ouder die het speelgoed plaatste aansprakelijk? Wat doet het met de sociale contacten in de buurt als er iets gebeurt? Aan de andere kant: hoe kan een gemeente zich verantwoordelijk voelen voor een trampoline naast een hek met punten die ze zelf nooit heeft neergezet? Dit dilemma kan toch niet drie jaar lang uitgeprobeerd worden ‘om te bezien of er ongelukken gebeuren?’
Het is fantastisch als kinderen lekker buiten kunnen spelen op uitdagende toestellen en terreinen. Maar ze zijn ook gebaat bij een harmonieuze sociale omgeving, en dat zou bij het uitvoeren van deze pilot met aansprakelijkheid voor de burger wel eens mis kunnen gaan. Daarmee stimuleert het de burgerparticipatie niet. Onze branchevereniging heeft kennis over hoe gemeenten wél vorm kunnen geven aan burgerparticipatie bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo ondersteunen verschillende leden burgerparticipatietrajecten, soms ook met advies over crowdfunding. Daarnaast investeert de branchevereniging in onderzoek naar burgerparticipatie bij beheer van speelplekken. Daarbij ligt de focus op voorbeelden bij gemeenten en de lessen die daar uit zijn te halen. Voorlopige conclusie: spelen is leuker als speelplekken breed worden opgezet en bewoners, groot en klein, daarbij betrokken worden!