foto: Yalp

Yalp: interactieve én andere spelconcepten, om alle leeftijden in beweging te krijgen

Posted on Posted in Interview, Nieuws

Yalp verkoopt in Nederland de modulaire speeltoestellen van het Finse bedrijf Lappset
En het exporteert interactieve spelconcepten, wereldwijd. “Yalp heeft als statutaire naam Lappset Nederland BV, met daarboven Yalp als roepnaam,” vertelt Kristan Tienstra. Yalp is ‘play’ achterstevoren geschreven. “De slogan op onze vrachtwagens is niet voor niets ‘Let’s Play’.” Kristian is 22 jaar geleden bij Lappset Nederland begonnen. Sinds 1 januari 2018 is hij directeur Nederland en Vlaanderen.  Hij is in die functie Yvonne Overmaat opgevolgd, die zich nu richt op de Amerikaanse markt. Yalp is een familiebedrijf, dat sinds 1980 bestaat en waarvan Ben Admiraal de directeur-eigenaar is. Het heeft inmiddels 45 medewerkers.

De filosofie van Lappset is het aanmoedigen van grensverleggend, uitdagend spelen
Dat betekent ook dingen doen die je niet durft. Dat leidt tot groei. Yalp heeft als passie bij te dragen aan de maatschappij, om impact te realiseren die de wereld leefbaarder maakt. De missie van Yalp is de buitenruimte in te richten voor iedereen. Opdat mensen, van jong tot oud, meer samenkomen en in beweging komen/blijven. Voor hun ontwikkeling en leefgenot. En voor sociale cohesie, zoals dat heet. “Oei, wat klinkt dat soft, hé?  Maar onze buitenruimte is wezenlijk!” En omdat ze het leuk vinden. Yalp wil de intrinsieke motivatie van mensen aanspreken. En vraagt steeds naar het ‘waarom’.

Grensverleggend spelen lukt met speeltoestellen heel goed bij kinderen tot een jaar of 12
Boven de 12 jaar lukt dat een stuk minder en gaan kinderen naar sporten over. Anno 2005 was daar nog niet veel voor: een basketbalpaal, een voetbaldoeltje, een skatebaan… Toen ontstond bij Yalp het idee om interactieve spelconcepten te ontwikkelen.

Het interactieve spelen is een succes, ondanks de scepsis die er aanvankelijk was
Het zou niet kunnen, vanwege weer en wind en vandalisme. Het zou te duur zijn. Het zou niet werken. En er was kritiek op nóg meer digitaal spel… Maar de interactieve spellen blijken ‘hufterproof’ en weerbestendig. “En”, zegt Kristian, “het is juist vanwege die iPads, Playstations en online gaming, dat jongeren naar buiten moeten!  Naar buiten met echte vrienden, in plaats van met virtuele vrienden in een woonkamer, slaapkamer of op een zoldertje. En dat ze in beweging komen, in plaats van te zitten achter een scherm. Je moet daarom een speelomgeving  maken, die aansluit bij de belevingswereld van de jongeren en hen naar buiten trekt. En die concurrentie aangaan middels uitdagende buitenruimte.”

Sutu (leverancier: Yalp)De voetbalwand Sutu is ontwikkeld vanuit een maatschappelijke vraag
Dat was in het kader van het programma, ‘scoren in de wijk’, gericht op jongeren die moeilijk te bereiken zijn. Sutu is een digitale balwand, met 16 panelen die oplichten. Ofwel omdat je ze móet raken, ofwel omdat je ze geraakt hébt. Want je kunt er verschillende spellen (games) mee spelen. Er is een wifi-verbinding en er zijn levels in de spellen; het wordt steeds moeilijker. Deze uitdaging zijn jongeren gewend van gamen. Dat spreekt de jongeren aan: snelle veranderingen, verschillende uitkomsten, verschillende spellen. Ook veel meisjes spelen Sutu. Kristian: “Het is geen ruw of fysiek competitief  spel. Ook is het niet zo dat de beste voetballers winnen. De snelste of sterkste is niet per se in het voordeel. En daardoor zie je dat ook kinderen kansrijk worden die anders aan de kant blijven staan, die bij het kiezen van teams als laatste worden gekozen, of al helemaal niet meer in die rij gaan staan. En juist die wil je graag ook bereiken en in beweging krijgen!”

Kristian benadrukt, dat het bedrijf ook heel veel andere, niet-interactieve spelconcepten heeft
“Die hebben hun eigen waarde. En ook daarin heeft Lappset niet stilgestaan. Het is zich gaan ontwikkelen in niet-interactieve spelconcepten voor oudere kinderen en volwassenen: parcoursen voor freerunning, calisthenics, bootcamp en pumptrack (op een soort fiets heuvel op, heuvel af, pompend met je eigen gewicht en zo min mogelijk trappend).”

Kristian is trots op de organisatie van Yalp: “We hebben alles in eigen huis.”
Hij licht toe: “Adviseurs in het veld, die van veel markten thuis zijn, R&D, export, ontwerp, marketing, service, waaronder hergebruik van materiaal. En we hebben onze eigen montageploegen, in eigen dienst! Dit borgt zoveel kwaliteit.”

“De buitenruimte kan veel bieden en de buitenruimte is de basis van onze gezamenlijke rijkdom,”
zegt Kristian. “De branche en de politiek zouden zich daarop moeten richten. Als branchevereniging kun je je opwerpen om zaken op landelijk niveau voor elkaar te krijgen. Samen hebben we de kracht om de boel te mobiliseren. Daarom is Yalp lid en zet ik mij voor de branchevereniging in.”

Kansen ziet Kristian op het gebied van aanbestedingen en in het naar buiten treden
“We moeten ons een rol aanmeten in het werkbaar en zinvol maken van aanbestedingen. Wat wil men bereiken? Geen gemeente reserveert jaarlijks een zak met geld om zo min mogelijk uit te geven, of zoveel mogelijk geld over te houden. Doel is om met de beschikbare gelden een optimale investering te doen in de leefomgeving voor de kinderen/jongeren. Sommige aanbestedingen gaan daar niet eens op in, praten enkel over een kortingspercentage, 10 jaar garantie en ‘plannen van projectuitvoering’ (die al lang in een ISO zijn geborgd) of recycling… Dit zijn aspecten die van belang zijn (Yalp heeft dit ook echt wel geborgd in ISO/VCA/MVO-Prestatieladder), maar niet het primaire doel, want dat is speeltoestellen aan te schaffen. Vanuit Yalp zeg ik: contracteer alle partijen die aan de minimale eisen voldoen en werk samen met de partijen die als beste komen bovendrijven tijdens een contractperiode… Dat scheelt de gemeente ook nog eens een hoop geld aan externe aanbestedingsbegeleiding en externe speelplannen.” En de nieuwsbrief van de branchevereniging hoeft wat hem betreft niet intern te blijven. “We moeten niet op onze kennis gaan zitten. Als branchevereniging hebben we iets uit te dragen!”