Foto Michiel van Campen

Maak spelen lokaal tot topprioriteit van samenwerkende beleidsterreinen!

Geplaatst op Posted in Nieuws

In mei jongstleden schreef Erik Scherder, de bekende hoogleraar neuropsychologie, dat de coronacrisis het moment is om van een actieve leefstijl een absolute topprioriteit te maken. Hij stelt dat de noodzakelijke samenwerking om bewegingsarmoede te bestrijden nog niet tot stand is gekomen. Dat geldt voor Nederland, net als voor andere landen. Toch constateert hij dat COVID-19 een nieuwe energie geeft ten gunste van de volksgezondheid.

– Deze column van voorzitter Michiel van Campen is geplaatst in nummer 3 (2020)  van het magazine BuitenSpelen –

Tegelijkertijd constateert hij dat het nog steeds heel moeilijk is om mensen te motiveren uit hun stoel te komen en meer te gaan sporten en bewegen. Daarvoor is nodig dat verschillende departementen met elkaar samenwerken en tot een landelijke aanpak komen. Bewegingsarmoede is een probleem voor de volksgezondheid en zorg. Maar de oplossing daarvoor ligt ook op andere terreinen: bijvoorbeeld verkeer, infrastructuur en onderwijs, zo betoogt Scherder.

Hij slaat hiermee de spijker op z’n kop! Ik zou hierbij graag aandacht willen vragen voor twee specifieke onderwerpen: 1) kinderen op jonge leeftijd en 2) beleidsterreinen op lokaal niveau.

Allereerst is het inmiddels langs alle kanten aangetoond: kinderen die op jonge leeftijd uitgedaagd worden tot buiten spelen, zullen ook op latere leeftijd eerder uit hun stoel komen en naar buiten gaan om te bewegen. Al het sporten begint ten slotte met spelen. Maar nog teveel zie ik in allerhande pamfletten, beleidsnotities en wetsvoorstellen dat de nadruk ligt op sporten en bewegen, en dat spelen wordt vergeten. Dit terwijl juist spelen door de jongste jeugd de basis is. En bij die basis moeten we tenslotte beginnen; thuis en in de directe woonomgeving!

Dat brengt me tot mijn tweede punt. Scherder benadrukt het belang van een integrale benadering van sporten en bewegen op landelijk niveau. Daarbij zijn de dwarsverbanden met  andere beleidsdossiers als onderwijs, ruimtelijke ordening, sociale zaken en financiën cruciaal. Maar de samenwerking tussen de departementen laat nog te wensen over.

Helaas kunnen we nog vaak hetzelfde constateren op gemeentelijk niveau en dát is de directe woonomgeving. Ook het gemeentelijk beleid moet erop gericht zijn uitdagende voorzieningen te creëren, die uitdagen tot sport en spel. Maar dit vereist dat binnen gemeenten de verantwoordelijke bestuurders voor jeugd, gezondheid én openbare ruimte met elkaar om de tafel gaan zitten. Dan kunnen ze in de openbare ruimte voldoende plaats en budget reserveren voor spelmogelijkheden. Dat gebeurt nog veel te weinig.

Is het dan overal somber? Nee, op vele plekken zien we al prachtige voorbeelden. Zo wordt in de wijk Berckelbosch in Eindhoven door een ruime en groene stedenbouwkundige opzet een beweegvriendelijke omgeving voor kinderen en jongeren gecreëerd. Onder andere is de inrichting van de wijk specifiek gericht op veilig loop- en fietsverkeer en komen er extra sport- en spelaanleidingen.  Zo wordt de wijk vriendelijker voor kinderen en wordt de beschikbare ruimte dubbel gebruikt.

Ik zou zeggen: zelfs driedubbel gebruikt, want deze aanpak creëert ook nog eens een gezondere leefomgeving, met alle voordelen van dien. Dus gemeentebestuurders: werk samen aan gezondheid en begin bij de basis: speelruimte voor de jeugd. Je zult zien dat er prachtige plannen gemaakt gaan worden, als je spelen tot topprioriteit maakt van alle gemeentelijke beleidsterreinen!