Bewegen is belangrijk voor iedereen; zeker ook voor kinderen! Kinderen ontwikkelen zich het beste wanneer ze in beweging zijn en spelen. Sociaal, emotioneel en lichamelijk: motoriek, botten, spieren, hersenen en ogen. Vooral buiten spelen is daar goed voor. En natuurlijk is buiten spelen ook hartstikke leuk.
– Deze column van voorzitter Michiel van Campen is geplaatst in nummer 2 (2024) van het digitale magazine van Platform Buiten Spelen & Bewegen. –
De leeftijdsgroep 4- tot en met 11-jarigen beweegt van de Nederlandse bevolking dan ook het meest: 60% van de kinderen voldoet aan de beweegrichtlijn voor die leeftijdsgroep. En dan vooral dankzij het buiten spelen, op school en thuis. Dat klinkt als een meerderheid maar betekent dat meer dan 1 op de 3 kinderen niet voldoet aan de beweegrichtlijn. En van de 12- tot en met 17 jarigen beweegt nog maar 39% genoeg volgens de beweegrichtlijn. Zij bewegen vooral door te sporten, te fietsen en te lopen. Maar heel veel kinderen en tieners bewegen dus niet voldoende, met alle negatieve gevolgen nu, en in de toekomst! Ik zie het glas liever als (bijna) halfvol dan als halfleeg, maar ik zie het bij deze cijfers graag bijgeschonken worden. Liefst helemaal vol!
Dagelijks kunnen buiten spelen, dat gun ik namelijk ieder kind. En ik gun het onze samenleving dat we daardoor heel veel gezondheidsproblemen in de toekomst voorkomen: preventie. Niet voor niets staat preventie al enige jaren op de politieke agenda, niet in het minst vanwege de oplopende zorgkosten. Ook de huidige regering stelt gelukkig in haar Hoofdlijnenakkoord dat preventie belangrijk is.
Maar… de regering trekt daarbij geen geld uit voor preventie. Sterker nog, ze zet een streep door veel initiatieven. En dat vind ik jammer voor een zo belangrijk onderwerp. Een economisch onverstandige keuze; op zijn Engels gezegd: Penny Wise, Pound Foolish.
Met deze kabinetskeuzes wordt het dus des te belangrijker dat lokale bestuurders opstaan en aandacht gaan vragen voor de bewegingsarmoede onder kinderen en jongeren. Wat is hiervoor nodig? Dat binnen de gemeentelijke organisaties meer besef komt van de samenhang tussen beleidsterreinen als jeugd, gezondheid en ruimtelijke ordening. En dat het lukt daar voldoende budget en menskracht voor in te zetten. Kortom, maak het beleid integraal en zet ook budgetten zodanig in. Want met een goede ruimtelijke ordening kun je de ruimte bieden aan spelen en bewegen. En dat is fijn en gezond voor iedereen, nu en straks.
Zie je het voor je? Ruimte om buiten te spelen, te lopen, te fietsen en elkaar te ontmoeten. Met alles wat kinderen nodig hebben om graag buiten te zijn. Uitdagende speelplekken, waaronder schoolpleinen. Voor kinderen van alle leeftijden, ongeacht of ze wel of geen lichamelijke en verstandelijke beperkingen hebben. En een heleboel bespeelbare plekken, zoals stoepen en pleintjes, binnentuinen en parken, die er niet speciaal voor zijn ingericht, maar waar je óók prima kunt spelen. En veilige routes om lopend of op de fiets overal te komen waar je wilt. Zo ’n omgeving is goed voor jong en oud. Op zijn Nederlands gezegd: zo maken we in gezamenlijkheid van een dubbeltje een kwartje!!