Griekspoor - werkzaamheden Haarlem

Griekspoor: speelplaatsen inrichten en civiele techniek als topsport

Posted on Posted in Interview, Nieuws

“Griekspoor bestaat 50 jaar; wij zijn de tweede generatie,” vertelt Frank Griekspoor
Samen met zijn broer Ron is hij directeur-eigenaar van hun familiebedrijf in Nieuw-Vennep.
De broers zijn mannen van de praktijk, de een opgeleid in de werktuigbouw en de ander in de weg- en waterbouw. Ze zijn opgegroeid in het bedrijf, wonen bij het bedrijf en hebben binnen het bedrijf zelf alles gedaan. Eerst onder het bewind van vader. En nu zijn ze er alweer 25 jaar samen zelfstandig mee bezig en hebben ze het bedrijf verder uitgebouwd.

Vader Griekspoor is het bedrijf begonnen met maaien en met slotenonderhoud
Dat was seizoenswerk, en van zijn opdrachtgevers kreeg hij ook andere vragen. “Hij verkocht alles, behalve nee”, vertelt Frank. Zo komt het, dat het bedrijf intussen eigenlijk alles doet waar techniek in zit in de buitenruimte, zoals het onderhoud aan bruggen. Het doet ook nog steeds het onderhoud aan sloten. En het heeft een afdeling Speelplaatsen, die goed is voor ongeveer een kwart van de omzet. Er werken 10 à 15 medewerkers, afhankelijk van de drukte; dat brengt Frank op het volgende.

“Sinds een paar jaar leggen we ‘Schoolplein 14’ aan in opdracht van de Johan Cruijff Foundation,”
vertelt Frank verder. “Johan Cruijff heeft die stichting opgericht, omdat hij vond, dat alle kinderen naar buiten moesten kunnen om te spelen. Dat vond hij heel belangrijk: ‘Buiten spelen zou een vak op school moeten worden’. Die uitspraak van Johan Cruijff onderstrepen wij zeker! Voor ‘Schoolplein 14’ spuiten we allerlei figuren op schoolpleinen door heel Nederland, en daar horen spellen en spelelementen bij. Bij dat werk komen de afdelingen Markeringen en Speelplaatsen bij elkaar; vandaar dat we tussen die afdelingen ook wel eens met mensen schuiven.

De inrichting en infrastructuur van speelplaatsen is de expertise van Griekspoor
Begin jaren ’90 repareerde en plaatste Griekspoor al speeltoestellen.
Griekspoor- speelplaatsMaar toen het Attractiebesluit van kracht werd (in 1997) kreeg het bedrijf veel meer werk aan speelplaatsen. “Toen begonnen we met inspecties, op verzoek van de gemeente Haarlemmermeer. Naast het onderhoud en het vervangen van speeltoestellen kwam daar het inrichten van nieuwe speelplaatsen bij, vooral in de provincies bij ons in de buurt: Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht. Inspecties doen we nu op kleine schaal. We hebben wel mensen die daarvoor zijn opgeleid en die daarin bij blijven. Die kennis hebben we vooral in huis met het oog op de aanleg van speelplaatsen. Als je die kennis niet hebt, richt je de speelplaats niet goed in”, aldus Frank.

“Waar ik trots op ben? Als nuchtere Hollander zeg ik: ‘gewoon, op ons bedrijf, wat we doen’ ”,
aldus Frank. En na even nadenken: “En toch ook wel op wat je op sociale media voorbij ziet komen, van wat er door alle mensen van ons bedrijf geproduceerd wordt. Het is hier ook nooit saai, er valt iedere dag iets te beleven.”

“Ons motto? ‘Topsport in civiele techniek’ – dat staat op alle voertuigen van Griekspoor,”
zo vertelt Frank desgevraagd. “We bedrijven ons bedrijf als ware het topsport. Dat zit in onze genen; mijn broer en ik hebben kinderen die sporten op profniveau (tennis) en semiprofniveau (motorsport). Je kijkt altijd: hoe kun je beter worden? Hoe zorg je dat je topprestaties levert? Dat wil niet zeggen, dat alles lukt. Het is niet alleen succes. Maar je leert ook van tegenslagen. Fout is pas fout als je er niets van leert.”

“Persoonlijk vind ik het belangrijk je collega’s te kennen en in andere setting te ontmoeten”,
zegt Frank, in antwoord op de vraag waarom Griekspoor lid is van de branchevereniging. “En ook vanwege de Kennisbank en de mogelijkheid om op politiek niveau iets te doen. Zorg dat je elkaar versterkt!” Frank vervolgt: “Natuurlijk, we hebben concurrenten. Maar het is net als met sport. In het veld sta je tegenover elkaar, als tegenstanders, zoals bij een tenniswedstrijd. Bijvoorbeeld bij een aanbesteding. Maar buiten het veld moet je goed met elkaar om kunnen gaan.”