Dat het kind vanuit zijn eigen natuur kan spelen, dat staat centraal bij Donkergroen.
Dat is het “natuurlijk spelen”. Tjibbe Haanstra, productmanager spelen, legt uit dat het niet altijd gaat om spelen met natuurlijke materialen. “Je ziet het als een stuk straat is opgebroken. Kinderen gaan dan spelen met de losliggende bakstenen.”
Donkergroen richt veel speelplekken wel met natuurlijke materialen in.
Dat komt doordat de ontwerpers uitgaan van wat er al aanwezig is op een terrein. Dan kijken ze wat ze het kind moeten aanreiken om er te kunnen spelen. Alleen ontwerpers die zijn getraind in speelvisie, pedagogiek en speelveiligheid, mogen bij Donkergroen speelterreinen ontwerpen.
Haanstra vindt het belangrijk kinderen ook te betrekken bij het ontwerpproces: participatie.
“Dat werkt veel beter dan ze te laten kiezen uit een boekje. Dan verkiezen ze vaak een plaatje van een mooi speeltoestel boven een schets van een klimheuvel.”
“Je ziet dat kinderen heel anders kiezen als je ze meeneemt naar buiten en vraagt: wat wil je hier doen?”
Dan blijkt bijvoorbeeld dat ze graag met een bal spelen. En dat is meer dan voetbal. Als je een grasterrein voorziet van meerdere landmarks, dan kunnen ze er doeltjes van maken, maar ook paaltjesvoetbal spelen. Of een touw spannen tussen twee landmarks en dan gaan volleyballen.
Donkergroen is een hoveniersbedrijf, in de jaren ’60 begonnen als ‘Donker’, met een schoffel en een bakfiets.
Toen was het een eenmanszaak, inmiddels werken er in het hoogseizoen 800 medewerkers, waarvan meer dan 550 in vaste dienst. Het heeft 11 vestigingen in Nederland plus een uitvalsbasis in België. Spelen is een onderdeel, verder doet het alles in groen, zowel buiten als in binnenruimtes.
“Het Attractiebesluit (1997/98) was aanleiding te kijken wat “spelen” voor ons kon betekenen,”
zo vertelt Haanstra. Dit leidde tot samenwerking met de Duitse landschapsarchitect en kinderpsycholoog Dirk Schelhorn, en later met pedagoge Marianne de Valck. Zo heeft Donkergroen zich ontwikkeld naar het natuurlijke spelen.
Ook veiligheid is belangrijk; Donkergroen begon al vroeg met het certificeren van speelelementen.
Zoals de zwerfkei: de juiste afstand tot obstakels, de juiste afmeting, geen scherpe hoekjes. Dit concept van certificeren is door veel speeltoestellenleveranciers overgenomen. Donkergroen heeft ook een in veiligheid gespecialiseerd onderdeel: SpeelTopVeilig, ook lid van Spelen en Bewegen.
Kennis delen vindt Haanstra belangrijk binnen de branchevereniging Spelen en Bewegen.
“Als leden hebben we samen een missie: kinderen laten buiten spelen. We doen dat elk op zich, maar ook samen. De leden zie ik dan ook als collega’s. Hoe kunnen we samen de markt op een hoger plan brengen? Hoe ‘triggeren’ we kinderen tot buitenspelen, en hoe kunnen we beter inspelen op de markt?” Door gezamenlijke acties en door onderzoeken lukt dat steeds beter, meent Haanstra.
“Het is een goed idee geweest “bewegen” toe te voegen aan de naam van de branchevereniging.
Daarmee verbreden we ons marktdeel. Het is een kans er samen de schouders onder te zetten.
En de overheid te overtuigen: sport en spel is óók spelen. Als je bijvoorbeeld een voetbalterrein
kunt openstellen, en een deel ervan kunt inrichten voor spelen, dan is er veel te winnen voor alle partijen.”