Branchevereniging Spelen & Bewegen

Wetenschappelijk artikel over resultaten van PLAYgrounds voor Peuters

The Effects of the PLAYTOD Program on Children’s Physical Activity at Preschool Playgrounds in a Deprived Urban Area: A Randomized Controlled Trial, 3 januari 2020, Nicole Toussaint en anderen.

U vindt dit artikel hier. The Effects of the PLAYTOD Program …

Over PLAYgrounds voor peuters
U kunt hierover meer informatie vinden op de website: http://playgrounds.nu/playgrounds-voor-peuters/: “…Buiten is er meer ruimte voor grovere en snellere bewegingen, zoals rennen en fietsen en voor ontdekken en ervaren (van natuur, seizoenen en ondergrond). De omgeving moet daarom uitnodigend worden ingericht. Daarnaast is een actieve, begeleidende rol van de pedagogisch medewerker bij het buitenspelen belangrijk. Hoe zorg je ervoor dat ieder kind op zijn niveau kan spelen en bewegen in de buitenruimte? Hoe kan je als pedagogisch medewerker in de zone van naaste ontwikkeling werken? En hoe begeleid je kinderen die niet tot spel komen? …”

 

Over het wetenschappelijke artikel
In het Engelstalige vakblad ‘International Journal of Environmental Research and Public Health’ is een wetenschappelijk artikel verschenen over de effecten van  het PLAYgrounds for TODdlers-programma (PLAYTOD).  Dit concentreert zich op de kennis en vaardigheden van pedagogisch medewerkers om een uitdagende buitenomgeving te creëren waarin jonge kinderen (2,5 tot 4 jaar oud) hun motorische vaardigheden kunnen oefenen.  De resultaten benadrukken dat bij het verbeteren van fysieke activiteit bij jonge kinderen een belangrijke rol is weggelegd voor pedagogisch medewerkers op voorscholen (scholen voor voor- en vroegschoolse educatie).

Het onderzoek richt zich op de effecten van een voorschools schoolpleinprogramma voor pedagogisch medewerkers van voorscholen in een achterstandswijk. Op deze voorscholen werd het PLAYgrounds for TODdlers-programma (PLAYTOD) uitgevoerd. Een deel van de interventie voor pedagogisch medewerkers bestaat uit de training ‘PLAYgrounds voor Peuters’.

Na het programma was de activerende rol verbeterd van pedagogisch medewerkers die het programma hadden gevolgd. Bovendien hadden het programma en de wijzigingen die vervolgens zijn aangebracht door de pedagogisch medewerkers een positief effect op het aantal verschillende activiteiten en de kwaliteit van de fysieke activiteit van de kinderen.

De waarnemingen die zijn gedaan, betroffen onder meer de activerende rol van de pedagogisch medewerkers (score van 0 = inactief tot 4 = deelnemend), het aantal verschillende fysieke activiteiten van kinderen op speelplaatsen, en de kwaliteit van de fysieke activiteit. Bij dat laatste ging het om de fundamentele bewegingsvaardigheden en de geschatte lichamelijke activiteitsintensiteit (score van 0 = zittend tot 3 = krachtig).