Hercules_Speeltoestellen_Vinci-Play_01

Hercules Speeltoestellen – de hele jeugd plezier!

Posted on Posted in Interview, Nieuws

Hercules Speeltoestellen importeert, levert en plaatst speeltoestellen
John Bakker is het bedrijf meer dan twintig jaar geleden begonnen als eenmanszaak. Sinds anderhalf jaar is het een vof, met zijn zoon Jolle als medevennoot. “We importeren vanaf de start toestellen van Fritz Friedrich Gut Holz en Kraiburg Relastec. Met als motto: ‘De hele jeugd plezier!’ Daarnaast hebben we eigen producten, zoals de Jollebollen en PleinMarkeringen. Sinds een jaar zijn we de importeur van Vinci-Play. Dat geeft weer een nieuwe dynamiek,” vertelt John. “We werken met een aantal vaste aannemersbedrijven en een aantal enthousiaste zzp-ers om de toestellen en ondergronden te plaatsen.”

Het plaatsen van toestellen met vrijwilligers is kenmerkend voor Hercules Speeltoestellen
“Dat doet verder niemand,” vertelt John, “maar wij hebben een enorme persoonlijke betrokkenheid. Als vrijwilligers het zelf willen plaatsen, dan geven we de spullen niet af, maar dan zijn wij erbij! Het bedrijfsfilmpje dat op onze website staat, geeft 100% weer wat we doen. Ik loop daar dan zelf ook te sleutelen, op de zaterdag, en ook Jolle loopt al vanaf zijn 13e mee. Dat vinden wij leuk, dat is onze manier.” Hercules levert vooral aan scholen, gemeentes, aannemers/hoveniersbedrijven en collegabedrijven. “Scholen is ons grootste werk. We weten precies wie wat heeft en waar wat staat, ook al hebben we in de afgelopen jaren veel toestellen geleverd intussen.”

Het resultaat is veilig, goedkoper voor de klant en wordt vaak beter onderhoudenHercules_Speeltoestellen Speelboot_WD1415_Hercules_Speeltoestellen_Vinci_vrijwilligers_03W (2)
“Wij leggen van tevoren het gereedschap op de juiste plek neer en geven uitleg vanaf een zeepkist. Wij staan in voor de veiligheid en lopen tijdens het bouwen rond. De vrijwilligers luisteren altijd goed; ‘zo kan het ook wel’ bestaat niet bij ons. De vrijwilligers mogen nergens doppen in duwen; wij lopen alles na, controleren alles, en dan pas gaat de dop erin,” legt John uit. “Voordeel voor de school is, dat die meteen een hele groep betrokken ouders heeft. Onwillekeurig kijken die altijd even naar ‘hun’ toestellen. En als er dan iets los zit of stuk is, wordt dat heel snel opgemerkt.”

“Scholen – en architecten – zouden meer nadruk moeten leggen op het buitenspelen”, vindt John. “Speeltoestellen zijn bijna altijd een sluitpost bij een nieuwe school. De gemiddelde architect tekent alleen een betonnen zandbak. Het plein wordt pas ontworpen als de school besteld is en het budget op is. Het is een mooie missie de architecten te overtuigen. Want het gaat er niet alleen om dat wij graag speeltoestellen verkopen, het is belangrijk voor de kinderen.”

John heeft het vak spelen al doende geleerd, als importeur van speeltoestellen
Daarvóór werkte hij jarenlang als vertegenwoordiger in de internationale handel (eerst in vee, in het bedrijf van zijn vader, daarna in bloembollen en luidsprekersystemen). Hij spreekt zijn talen en wilde graag zelf importeur worden. “Op een lijst ‘importeurs gezocht’ zag ik de Oostenrijkse speeltoestellenleverancier Fritz Friedrich staan. Twee weken daarvoor had ik in een artikel gelezen dat er nieuwe normen aankwamen voor speeltoestellen; het was in 1998. En ik dacht: daar komt vast markt van.” John ging praten in Oostenrijk, het klikte en tijdens zijn marktverkenning in Nederland had hij plots een eerste klant – ‘ik moet toevallig net wat hebben… doe mij die maar’! Zo is hij begonnen. “Mijn eerste vracht mocht ik lossen op de oprit van mijn buurman, omdat het bij mij niet paste. Toen ben ik gauw op zoek gegaan naar bedrijfsruimte…!”

“Ik ben onmiddellijk lid geworden van een van de toen nog twee brancheverenigingen,”
vertelt John. “Een jaar later ben ik er ook in het bestuur gegaan. Ik dacht, dat ik daar vast een hoop van zou leren. En dat was ook zo. Ik was open, vertelde vrij veel en hoorde op die manier ook weer het nodige terug. De ontmoetingen, elkaar leren kennen, dat vind ik het belangrijkste. Ik heb daar veel aan gehad.”

Kinderen (en ouders) weghouden van het beeldscherm, dat ziet John als grote kans en uitdaging
“Daar hebben we als branche een functie in en die wordt alleen maar groter. Kinderen aan het spelen houden, laten bewegen, zorgen dat ze allemaal naar buiten gaan. Je ziet dat kinderen een verminderde motoriek hebben vergeleken met vroeger. Ze dragen veel meer brilletjes. En ook hun woordenschat schiet tekort, doordat moeder op haar scherm tuurt in plaats van met de kinderen te praten over wat ze om zich heen ziet, buiten, of in de supermarkt… Zo ’n achterstand haal je niet makkelijk in. Dat laatste los je niet alleen op met speeltoestellen, maar we moeten wel allemaal van het beeldscherm af!”